12 maart 2020
Vanmorgen had ik de schrik van mijn leven, want nadat ik afgelopen nacht ieder kwartier wakker was geworden vanwege onduidelijke redenen, ben ik uiteindelijk toch wel weer in slaap gevallen. En toen ik wakker werd en op mijn telefoon keek hoe laat het was zei deze dat het half 11 was! En dat terwijl ik tegen Noukje en Alex had gezegd dat ik ’s ochtends gedag zou zeggen. Want ik ben heel dankbaar dat ik bij ze mocht logeren!
Ik vond het wel vrij apart dat ik door alles heen had geslapen, want de andere dagen werd ik altijd wakker wanneer ze beneden waren, en de poetsvrouw zou ook komen in de ochtend, en die had ik dus ook niet gehoord. Zo’n twee seconde later was ik aangekleed en wel dus, en toen bleek het half 7 ’s ochtends te zijn. Pfiew. Ik weet niet wat mijn telefoon had, maar nadat ik hem opnieuw opgestart heb gaf ie weer de juiste tijd aan. Wel zo handig!
Daarna heb ik op m’n gemakje mijn spullen ingepakt en ben ik richting het begin van de trail gefietst. Wat uiteindelijk nog 45 kilometer bleek te zijn, maar ik was er om 12 uur, dus dat was op zich wel prima. In de supermarkt in Mundaring heb ik nog wat boodschappen gedaan (lees: voor een heel weeshuis ingeslagen), omdat er wel hutten op de route zijn waar je kunt slapen (en ze tonnen met regenwater hebben) maar geen restaurants. Daarbij vind ik dat ik maar eens zelf moet gaan koken! 😉
De trail zelf begon goed, ik fietste namelijk direct de verkeerde kant op. Gelukkig dat ik dat even checkte voordat ik 20 kilometer verder was, nu hoefde ik maar een paar kilometer terug. Navigeren blijkt soms wat lastig, want er staan wel bordjes, maar er lopen meerdere fiets- en wandelroutes. Je zit dus nogal snel op een verkeerd pad.
Het eerste stuk ging goed, dus ik was uiteraard meteen in de veronderstelling dat het allemaal wel appeltje eitje zou zijn. De route was namelijk net zoals een willekeurige mountainbike route in Nederland. Niet heel ingewikkeld. Totdat het in een keer omhoog ging, zo steil dat ik met héél veel moeite m’n fiets omhoog heb weten te duwen, laat staan dat ik daar kon fietsen. En zo waren er meerdere stukken. Er zijn ook stukken met wat ze noemen pea gravel, dus vrij grote steentjes en dan heel mul. Waar je eigenlijk een fatbike voor nodig hebt, en waar ik met mijn fiets met 140 kilo bagage dus zo in zink.
Het was dus nog een hele opgave om de eerste etappe te halen (hoewel niet halen geen optie was, want ik wilde water). Ze hebben dus hutten gebouwd langs de trail, waar je op houten vlonders kunt slapen. In dit geval slaap ik op de grond ernaast, want mijn tent paste er niet tussen (het is namelijk twee verdiepingen hoog). En no way dat ik zo tussen de spinnen ging liggen hoor, zo outdoorsy ben ik nu ook weer niet.
Er zijn ook twee grote watertonnen waarin regenwater wordt opgevangen, dus kan ik gelukkig ook mijn watervoorraad aanvullen. Het is namelijk ietsie pietsie heet, en de 7 liter water die ik vandaag heb gedronken was dus te weinig. Ik heb ook even een soortement van ‘douche’ genomen (lees: mijn bidon boven m’n hoofd uitgeknepen). Want het is erg droog, dus ik zag mega bruin. Mijn benen vooral 😉
Een toilet hebben ze ook, maar daar ben ik nog niet geweest. Ik gok dat het een gat in de grond is. Maar we mogen niet klagen, want dit alles kost precies niks. Als dat geen luxe is?!
De eerste etappe is dus in de pocket, nog slechts 24 te gaan. Ze zijn niet allemaal even lang, dus ik hoop niet dat de lengte in verband staat met de moeilijkheidsgraad. Want als dat zo is wordt het morgen heel, héél zwaar. Ik was dus eigenlijk van plan om er twee te fietsen 😉
Succes Jonne!
Ben benieuwd naar het vervolg.