28 februari 2020
Wij hebben de jungle experienced. De Taman Negara jungle om precies te zijn. Daar was ik al eens langs af gefietst, aan de noordkant. Maar omdat het een vrij groot gebied is (zacht uitgedrukt), was dit een hele nieuwe ervaring.
Vanuit Melaka zijn we weer terug gereden naar Kuala Lumpur, dit keer om er twee nachten te blijven en dus wat rond te kijken. Onderweg zijn we nog langs een krokodillen farm geweest, waar ze er héél erg veel hadden. Ze waren allemaal goed te zien, want lagen met z’n 15en in een klein stukje, dus allemaal even diervriendelijk was het dan weer niet.
In Kuala Lumpur slapen we in Chinatown, wat de centre of the universe is, uiteraard. Je kunt je kont niet keren of minstens vijf mensen proberen je al handtassen, horloges, brillen of schoenen aan te smeren. Da’s globaal het hele assortiment, en zo hebben ze heel Chinatown gevuld met tientallen winkels die precies hetzelfde verkopen. Da’s Chinese slimheid, heeft iets te maken met verbindingen van de hersencellen…
Drie dagen geleden werden we opgehaald voor de Taman Negara experience, waarbij we eerst naar het park werden gebracht. Het laatste stuk legden we af met een boot, wat an sich erg leuk was, ware het niet dat ze het liefst alles met grote snelheid doen. De chauffeur van het busje dat ons van en naar het park bracht deed net alsof hij een Formule 1 coureur was die midden op het circuit zat, en die boot ging dus ook erg hard. Onderweg zagen we nog waterbuffels langs zwemmen, maar goede foto’s maken was uitgesloten, voordat je een foto had gemaakt waren we er alweer voorbij.
We sliepen in een houten bungalowtje aan de rand van de jungle. Wat heel leuk was, alleen nét jammer dat het hele complex nogal uitgestrekt was en wij uiteraard een van de laatste huisjes hadden, het verste weg van het restaurant.
We hebben een nacht trekking door de jungle gemaakt, wat inhield dat je gewoon over een vlonder liep. Die lange broek die je aan moest was een beetje een overkill, geen bloedzuiger gezien. Wat we wél hebben gezien zijn voornamelijk insecten, de olifanten en tijgers waren niet thuis helaas. Wat ze al niet meer zijn sinds 1975 of zoiets dergelijks, maar toch. Ze zitten ergens in de jungle, je zult ze maar tegenkomen!
Gisteren hebben we nog een heel stuk gewandeld, hebben we een canopy walk gedaan, hebben we in een ander bootje rond gescheurd en hebben we de hoogste boom van de jungle gezien. Wat puntje bij paaltje niet eens de hoogte boom was, maar een hoge boom die lekker makkelijk te bezoeken was.
Van al deze activiteiten moesten we vandaag even bijkomen, dus hebben we lekker niet zo heel veel gedaan. Vanmiddag zijn we weer in een busje terug naar Kuala Lumpur gescheurd (het had niet veel gescheeld of ik had de coureur onder gekotst) waar we vanavond nog een nachtje slapen. Morgenmiddag vliegen we naar Penang, waar we gaan uitrusten. Vakantie vieren is namelijk maar vermoeiend! 😉
BeantwoordenDoorsturen |