14 december 2019
Eigenlijk ben ik al maanden verkouden, maar met vlagen wat erger dan de rest van de tijd. Momenteel ben ik in de fase ‘ik ga bijna dood want ik kan niet meer ademen’. Dus probeer ik verwoed met neusspray te sprayen, in dit geval gemaakt van traditionele Chinese medicijnen. Waar ik nog niet zoveel vertrouwen in heb trouwens, tot nog toe heeft het nog niet zoveel gedaan. Mogelijk heeft dat ook deels te maken met de moeilijkheidsgraad van neusspray snuiven. Alles loopt er letterlijk zo weer uit want snuiven is geen optie. Kortom, we voelen ons bijna fris en fruitig.
Maar, tromgeroffel, wij zijn in Vietnam. Koste wat moeite maar dan heb je ook wat. Eerste indruk is dat het zwaar chaotisch is en ook een stuk viezer dan China. Ik weet niet waarom wij altijd zeggen dat China zo vies is, want buiten dat Chinezen zelf vies zijn, is het in China best schoon! Op ieder hoekje van de straat staat daar namelijk iemand blaadjes bij elkaar te harken en zo. Kun je dus van Hanoi niet zeggen.
De luchtkwaliteit is ook een stuk slechter. Wellicht hadden wij in China best geluk, maar de luchtkwaliteit in Beijing was minstens zo’n 50 duizend keer beter dan die in Hanoi. Komt de verkoudheid niet ten goede.
Voor morgen hebben we een free walking tour op de planning staan en gaan we de stad meer verkennen. Overmorgen willen Minke en ik nog één laatste tripje samen gaan maken, naar Cat Ba/Ha Long Bay. En daarna moet er weer gefietst worden.
Omdat er meerdere wegen naar Singapore leiden heb ik vanavond even onderzoek gedaan naar welke de beste lijkt. Nu schijnt het noorden van Vietnam erg mooi te zijn, maar te ver weg en héél veel bergen. Waar mijn zwaar ongetrainde lijf vast moeite mee zal hebben. Daarom heb ik besloten om een stukje naar het zuiden te gaan fietsen, met als eerste stop Ninh Binh. Schijnt namelijk ook erg mooi te zijn en is een stuk vlakker.
Eerst maar weer even rustig inkomen!