7 februari 2020
Bloedzuigers heb ik nog niet gezien, maar ik ging vandaag wel bijna dood, toen er een ander soortig beest in m’n rug stak. Geen idee wat het was, maar het deed best zeer. Uiteraard is er inmiddels niks meer van te zien, dus ik denk dat ik het wel ga overleven.
Ik ben er helemaal aan gewend dat het ’s ochtends redelijk vroeg licht is, en het ’s avonds redelijk vroeg weer donker is. Maar hoe verder ik naar het zuiden ga, hoe minder dat het geval is. Zo had ik vanmorgen mijn wekker om 7 uur gezet, wat ik nog niet eens zo vroeg vond, en bleek het buiten nog gewoon donker te zijn. Wat ik gelukkig vanuit m’n tentje kon zien, dus daarom heb ik me nog maar een keer omgedraaid. Ik ging vandaag toch niet heel ver fietsen, omdat er nog één stadje voor de oostkust is, en dat is Gua Musang, waar ik nu ben. En dat was ongeveer 80 kilometer fietsen, dus viel alles mee. Hoewel ik er alsnog wel moe van was, want al die bergen ben ik niet meer gewend.
Ik ben er inmiddels achter dat de route die ik gekozen heb een klein beetje ambitieus is in de tijd die ik nog heb. Maar goed, de laatste paar dagen langs de kust moet ik dan gewoon maar wat harder/verder fietsen. Want daarna kan ik 3,5 week uitrusten!
Morgen hoop ik in ieder geval eindelijk weer wat kilometers te kunnen gaan maken, en lijkt er welgeteld één restaurant te zijn op de route, op zo’n 115 kilometer afstand van waar ik nu ben. Ik hoop dat ik er tegen de tijd dat ik er arriveer zo wanhopig uit zie dat ik er ergens m’n tentje mag opzetten. We gaan het beleven!